In de Binnenkijker kijken we binnen in een stolp. Nog meer dan de exterieurs verschillen de interieurs van stolpen. In deze aflevering de boeiende overstap van een druk boerenleven naar een buitengewoon knus tweevoudig gebruik van stolp en voorhuis.
Langs de lange dorpsweg staan bloeiende vlinderstruiken en hortensia’s in blauw, paars, roze en wit. Een stil kruispunt met een kerkje en verderop een paar lommerrijke, flauwe bochten. De meervoudige bladeren wiggelen in het zomerwindje. Het gras ligt in langgerekte, evenwijdig aan elkaar liggende zwaden een modern kunstwerk in groen na te doen. Een kruidige geur waait door de lucht en prikkelt de neus. Aangenaam. Net zo plezierig is de standplaats van de stolpboerderij met de evenwijdig aan de weg staande notariswoning er parmantig voor. Stolp en voorhuis hebben mintgroene kleuraccenten, gebruikelijk in Westfriesland. Het voorhuis bevestigt met eenvoudig siermetselwerk nadrukkelijk zijn prominente plek voorop het ruime erf. De fraaie poort (anno 1925) staat wijd open, alsof deze ‘welkom’ zeggen wil. Look op het dak van de schuur beschermt tegen onheil en achter in het land blinken de metalen wieken van een Amerikaanse windmotor.
Melkkoeien
Klaas Kay en Lies Druif (hij Hauwerts, zij Brabants van origine) ontvangen ons allerhartelijkst en loodsen ons via het recht door zee boerenerf met schuren, betonpaden, dito silo en houten hekken naar de woonkeuken van de gerenoveerde stolp. Al snel staat de koffie ingeschonken en steken beide bewoners van wal, bijna nog voor de eerste vraag is gesteld. Initiatief past bij Klaas en Lies, want ze houden van aanpakken. Klaas nam in 1973 deze boerenplaats van zijn vader over (die er op zijn beurt in 1938 was begonnen) en bouwde in Hauwert de eerste loopstal, waarvoor hij naar eigen zeggen ‘voor gek werd verklaard’.
Maar de uitbreiding van de melkveehouderij bleek een goede keuze en Klaas kon de door zijn vader eerder met Hiltje 1 (genoemd naar diens schoonzus) opgezette gunstige melklijn succesvol voortzetten en uitbouwen. Met Hiltje 31 behaalde Klaas uiteindelijk mooie prijzen! Niet voor niets is Hiltje 31 als eerbetoon in glas en lood vereeuwigd. Inclusief de loopstal groeide het bedrijf naar zo’n 55 stuks melkvee. In de stolp was oorspronkelijk plek voor 15 melkkoeien op de lange en 5 op de korte regel (plus 5 pinken). In een schuur achter de stolp stonden toen nog 12 melkkoeien extra. Klaas vertelt aan het vertrouwde tafeltje van opa (waaraan alles wordt besproken, dus ook dit interview) rustig en kalm verder. Hoe hij en Lies rond 1998 besloten met melken te stoppen en het bedrijf af te bouwen. Dat deden ze met onder andere ‘logerende’ pinken, met het opfokken van kalveren, met wisselteelt voor bollen en gras voor hooi.
Naar ‘n are bestemming
Met het afbouwen van het bedrijf, verlieten ongeveer tegelijkertijd ook de kinderen de ouderlijke stolpboerderij. En werd het tijd om aan de stolp een andere bestemming te geven. Die kwam er met de keuze voor een levensloopbestendige woonbestemming. Voor Klaas en Lies wel te verstaan, die na advies van de Boerderijenstichting vakkundige hulp vonden bij aannemersbedrijf AWF. Bij de renovatie waren ze dagelijks nauw betrokken en lieten op de lange regel wasruimte, natte cel en slaapkamer bouwen met behoud van alle palen van de stallen, de krammen van de staartlijnen voor de koeien in de oude balken van het nieuwe plafond en het oorspronkelijke stalraam. De korte regel herbergt een bijzonder intieme familiecollectie en gebruiksvoorwerpen. Een woonkeuken kwam zo ongeveer achter de darsdeuren. Daar ontstond een gezellige en van meet af aan doorleefde ruimte door de uitgekiende materiaalkeuze, lichttoelating en het kleurgebruik.
Jacobsladder
In de met twee dakspiegels uitgevoerde, rietgedekte stolp (14 x 15 m) bleef het vierkant (6 x 8 m) grotendeels intact en zichtbaar. Bij de laatste dakreparatie is de hele houtconstructie helemaal schoongeblazen. “Er ligt geen stofje meer op”, volgens Lies en Klaas. Het vierkant ziet er gaaf en imposant uit, met z’n dubbele zwingen, ringbalk, dekbalken en enkele schoren van hergebruikte molenwieken. Een jacobsladder geeft deze ruimte een bijzonder historisch en landbouwtechnisch tintje. Het is een ‘meubelstuk’ dat je niet snel in elke tot woning verbouwde stolp aantreft. Zeker niet in deze perfecte conditie. In deze stolp met de toepasselijke gevelsteen ‘Druifen-land’ en op de stal de naam Hiltjeshoeve hangt een meer dan aangename sfeer en combineert het oude boerenleven aan modern woongenot. Een klein paradijsje met vrije uitzichten op Zwaagdijk in ’t zuiden en naar de andere kant op Oostwoud. Bovendien is er op nummer 127 een uniek dubbel gebruik ontstaan van zowel stolp als voorhuis; waar Klaas graag het nieuws volgt voor de buis in het voorhuis en Lies de plek aan het tafeltje van opa in de woonkeuken van de stolp prefereert, want daar krijgt ze op een af andere manier altijd inspiratie. “Het is een mooi stel, op een mooie plek”, denk ik, als hond Terra me bij vertrek vrolijk nablaft.
WM