Binnenkijker 91, 2017

Oosterblokker

 

In de Binnenkijker kijken we binnen in het interieur van een stolp. Deze verschillen nog meer van elkaar dan de buitenkanten. Deze keer nemen we in een Westfries dorp een kijkje in een monumentale stolpboerderij waar de agrarische bedrijvigheid is gestopt. Een heerlijke speurtocht naar opkamers en lange regels.

 

De najaarswind rukt aan de kale takken van de bomen in de verder lege polder. De velden zijn ondanks het jaargetij nog flink groen. Nat ook. Woeste wolken jagen laag over soepel meebuigende rietkragen en stormvaste, piramidale stolpdaken. In de kern van het lintdorp zorgen boomgaarden, leilinden en elkaar opvolgende gevels voor een zekere luwte. Een mager zonnetje breekt door en krikt de sfeer onmiddellijk op. De oude, bakstenen kerk glimt in een baaierd van licht.
Er schuin tegenover dient zich een knots van een stolpboerderij aan, kennelijk bedoeld als aardse tegenhanger.

 

Topgevel, erker en voornaam balkon

De stolp in kwestie is categorie agrarisch erfgoed van de bovenste plank. Het front en het rietgedekte puntdak torenen hoog boven de dorpsweg uit. De 17 meter hoge stolp staat om deze indruk te benadrukken op een verhoogd erf. De hele voorgevel toont boerensjiek en dateert met 1880 dan ook uit een economisch zeer voorspoedig tijdvak in de landbouw. De evenwichtig uitgebouwde erker draagt op voorname wijze een balkon. De fors bemeten, gemetselde topgevel lijnt weer met de gevel en draagt een kroon van sierlijk lofwerk. Aan de binnenkant van de topgevel is van oorsprong een kamer met maar liefst vier bedsteden. Een niet algemeen voorkomend woongebruik van een eerste etage in een stolpboerderij Binnen leidt zelfs een vaste trap naar boven. Een groot gezin zou hiervan de reden kunnen zijn. In de herenboerderij De Eenhoorn in de Beemster ook een dergelijke woonetage bekend. Dit is woonruimte die op pachtboerderijen beschikbaar moest zijn als zomerverblijf van de eigenaar, die meestal in de stad woonde. Bijzonder. En hier ook nog steeds gewoon in gebruik. “Goeiemorgen!”

 

Van Bakkers, Schapers en Dekkers

Cornelis Bakker (Den Haag en daarvoor Alkmaar, zonder beroep) heeft de stolpboerderij in de 19e eeuw als belegging gekocht en moet deze wegens schulden van de hand doen. De familie Schaper wordt de nieuwe eigenaar en zet er een bloeiend melkveebedrijf op. De veestapel groeit en dat kan, want de stolp heeft een grote grondmaat (16 x 16 m) en beschikt over een lange regel met staart. In de loop van de vorige eeuw komt de familie Dekker op het koeientoneel en maakt van deze grote stolp een koeienparadijs. Op het toppunt staat er 59 stuks melkvee.
“Goeiedag!” Jaap en Trea Dekker praten liefdevol honderduit over een werkzaam boerenbestaan. Hoe opa en oma Dekker direct naast de koeien sliepen. “Er zat alleen maar een houten wand tussen, de oude boer en boerin waren zo dichtbij als mogelijk om ook ’s nachts direct beschikbaar te zijn voor de dieren”. In de gezellige en ruime tot woonkeuken verbouwde kop van de lange regel wijst Trea exact de plek van deze bedstee aan en waar de koeien stonden. Inderdaad deur aan drempel. Stapels foto’s passeren de revue om hun enthousiaste verhalen te illustreren. En passant passeert een rijk leven van hard werken en aanpassingen aan de stolp om gelijke tred te houden met modern comfort, licht en ruimte. Zoals in het boerenbedrijf gebruikelijk doen de Dekkers heel veel zelf. Trots wijzen ze op de details van hergebruikte bouwmaterialen, zoals deurkozijnen en bedsteedeuren.

 

Topgevel

De vaste trap naar de eerste etage achter de topgevel hoort daarbij. De vier bedsteden zijn verdwenen, maar de deur naar de droogzolder is nog aanwezig. Beneden is de woonkamer met erker (vorstelijk uitzicht), groot en in lichte kleuren gehouden. De schoorsteenmantel is nog origineel. De huidige groene kamer is de voormalige opkamer die nu niet meer als zodanig in gebruik is. Geenszins, maar het houten plafond met getimmerd rozet is als eerbetoon gebleven. In de in onbruik zijnde bedstee houdt een zogenaamde schuilkast spannende herinneringen levend aan de oorlogstijd in 1940-45. Onderduiken is plots tastbaar. Terug tussen de 10 meter hoge vierkantstijlen die wel 8 meter uit elkaar staan, is de trotse stolp weer die vertrouwde boerenkathedraal. Wat een prachtig grenenhout, wat een overweldigende constructie en wat een hoogte. Ooit lag deze reuzenberg tot de nok tjokvol met wintervoorraad hooi, naar binnen gebracht door de darsdeuren, hier opmerkelijk in de zijgevel. Jaap en Trea zijn in 2009 gestopt en de koeien zijn allemaal de darsdeuren uit. De nieuwe toekomst voor twee hardwerkende en hartelijke mensen gaat over het oude stalpad met verweerde blauwbakken. “Koeiedag?”. Het zit erop.

 

WM

Binnenkijker 91, 2017