Binnenkijker 88, 2017

Venhuizen

 

In de Binnenkijker kijken we binnen in het interieur van een stolp. Deze verschillen nog meer van elkaar dan de buitenkanten. Deze keer brengen we een bezoek aan een puur Westfriese variant van de stolpboerderij. Helemaal in het verre Venhuizen, aan de Buurt.

 

Tussen de heen en weer zwiepende bewegingen van m’n ruitenwissers is het buiten behalve nat en regenachtig niettemin een waar stolpenfeest. Tussen het overwegend grijs doemt een veelvoud aan piramidedaken op. Met lofwerk aan topgevels, ronde schoorstenen, smetranden in vliegenblauw, borden ‘stolp te koop’, imposante darsdeuren, leilinden en een regiobank die in een stolp op een straathoek prominent positie heeft gekozen. De huisnummering loopt af en dus kom ik in de buurt, want we moeten op nummer 11 zijn. Plotseling staat ie daar, iets van de weg op een hoog erf met bomen. Ondanks de regen laat deze Westfriese variant van de stolpboerderij zijn statige voorkomen
stralen. Zijn postuur met topgevel, darsdeuren, ronde schoorsteen en piramidaal dak doemt op als een vriendelijke boerenburcht die waakt over land en mensen. De uiterst fraaie staatsiedeur trekt zich daar niks van aan en knettert in heldere, rode en gele tinten het bouwjaar de wijde wereld in: 1643.

 

Een opmerkelijk versleutelde constructie

Stolpen van het Westfriese type zijn sowieso bijzonder van indeling en boerensier. Hebben vaak ook een respectabele ouderdom. In voorkomende gevallen wijst dendrochronologisch onderzoek dat keer op keer onomstotelijk uit. Behalve de aanduiding 1643 in het deurkalf is de ouderdom overduidelijk van deze stolp af te lezen. Dat hoge erf, sloten bijna rondom, dat brede voorhuis voor en dat innemende kleintje linksachter aan de lange regel spreken boekdelen. Ook Brandts Buys toont zijn diepe respect voor de stolpen in dit dorp “…deze grotendeels houten boerderij met rondom een blauw gesausd stenen voeting bleek een zeer oude kern te hebben”. Oud moet het hier in de buurt dus wel wezen. De imposante houtconstructie is navenant. Daar is in de loop van de eeuwen flink aan versleuteld. De vierkantstijlen zijn bijvoorbeeld van verschillende vorm. Terwijl de grondmaat van het vierkant met 7 bij 6 meter niet overdreven groot is, maakt een overstek van 2 (!) meter extra ruimte voor de dars en het 7 (!) meter brede voorhuis. Op het maaiveld levert deze constructie een grondmaat op van ongeveer 20 meter bij 19 meter. Het piramidale dak kenmerkt zich dan ook door een lange, rechte nok. Lange schoren en dito zwingen zorgen in het hart van deze boerenkathedraal voor een zwierig ballet van hout. Tel daar het grote aantal sparren nog eens bij op en dan het is hier onder de 15 meter hoge kap een machtig schouwspel.

 

Al 30 jaar stapelstolpverliefd

In de gezellige woonkeuken vertellen Ruud en Yvon Jonker hoe zij ruim 30 jaar geleden in Assendelft verliefd werden op de stolp. Door het maken van toertochtjes kwamen zij -na uitdrukkelijke toestemming van de schoolgaande kinderen- via Spierdijk in Venhuizen terecht. Voor de stolp stond een koopbord. Familie Neefjes runde er een bollenbedrijf dat er overigens mee ophield. Neefjes werd Jonker en sindsdien wonen Ruud en Yvon met groot plezier in Venhuizen. De eerste grote verandering was destijds de overgang naar elektrisch koken. Maar samen wisten zij met een uitgekiende planning elk jaar de stolp een stuk meer bewoonbaar te maken. Een proces dat zij buitengewoon pragmatisch aan wisten te pakken. Met de nodige flegma en hulp van vaklui toverden zij de stolp langzaam maar zeker om in hun droomplek. Na de uiteindelijke verkoop van de grond van hun even verderop gelegen (gerenommeerde) wijngaard kwam er geld vrij voor een finale, grootschalige aanpak. Dit resulteerde in herstel van muren, kozijnen, staatsiedeur en dak. Het terugplaatsen van de ronde schoorsteen was volgens beiden de kers op de taart (zie ook Nieuwsbrief 81, juni-juni 2015). Niet minder trots zijn zij op het goed bewaarde interieur dat in het voorhuis een bijzondere kleurencombinatie kent van donkergroen en ossenbloed en in de keuken van ossenbloed en maïs. Alles met zoveel mogelijk behoud van kenmerkende bouwdetails in zesruiters, bedsteden, stookplaatsen, schouw en keuken. Niet alleen zeer geslaagd en smaakvol, maar in 90% van de gevallen compleet met verhaal. Een bezoek aan ‘De Swanenplaats’, zo genoemd naar een bekende streekroman van Jannetje Visser-Roosendaal, is dan ook in de eerste plaats een aangename onderdompeling in de sfeer van het boerenleven, waar aangenaam comfort tegenwoordig de mens dient en de stolpboerderij en zijn gemotiveerde bewoners sterk met elkaar zijn verbonden. Stolp en bewoners zijn een sieraad voor het rijke agrarisch erfgoed in dorp en regio. De landgeiten Hinke en Isolde die buiten vanuit een warm hok de zaak op de voet volgen, mekkeren instemmend. Hier is het goed toeven en valt alles op z’n plaats.

WM

Binnenkijker 88, 2017