Binnenkijker 87, 2016

Wieringen

 

In de Binnenkijker kijken we binnen in het interieur van een stolp. Deze verschillen nog meer van elkaar dan de buitenkanten. Deze keer zijn we op bezoek bij een wel heel bijzondere achterneef binnen de stolpenfamilie, namelijk de enige herbestemde wierschuur in Nederland.

 

De wierschuur staat op Wieringen in de polder Waard Nieuwland, als enig exemplaar nog op de oorspronkelijke plek en is, zoals de eigenaren Edwin Bonvie en Martine van Soolingen trots verklaren, nog wel een project in uitvoering. Maar wat een prachtig project. Vanuit het zuiden torent de wierschuur als een klein kasteel uit boven de vlakte van de 19e eeuwse polder Nieuwland, zoals deze bedijking oorspronkelijk anno 1846 nog heette. De wierschuur heeft aan de buitenkant het kenmerk van een stolpboerderij met een meervoudige vierkantconstructie op de rand van een modderig voormalig wad en de exotische glooiingen van door landijs opgestuwde keileembulten. Pal naast de oude wierdijk, onderdeel van de oude, zogenaamde Zuiderdijkage, lijkt deze grootformaat stolp een scharnier in de tijd tussen een ver verleden en het heden. Het is overduidelijk dat op deze unieke locatie slechts dit voor Noord-Holland zo kenmerkende type agrarisch erfgoed het landschap zo versterkt als alleen een stolp dat kan. Als een watermolen in de polder, als een kerktoren in dorp of stad. Volstrekt op z’n plek.

 

Imposant groot en hoog

Martine moet afscheid nemen en daarom leidt Edwin ons enthousiast verder rond door een stolpboerderij met een grondmaat van 28 bij 16 meter en een nokhoogte van 12 meter. Dat is buitengewoon groot. Ongeveer van hetzelfde kaliber als Broedersbouw in de Beemster (zie pag. 10 en 11), maar met een volstrekt andere functie, namelijk opslag van wier (zeegras, Zostera marina), dat eerst volop werd gebruikt in de dijkenbouw en later voor o.a. matrasvullingen. De immense binnenruimte diende dan ook louter en alleen voor de opslag van dat wier, in min of meer gedroogde toestand wel te verstaan. Daarom kent deze stolp wel een houten dekbalkconstructie met vierkantstijlen, maar mist ten ene male de indeling van de traditionele boerderij. Dus geen lange regel, dars of hooiberg, maar een indeling in smalle en hoge vakken van 1.63 meter breed waartussen het wier van verschillende handelaren of wiervissers kon worden opgeslagen. Ook kon het wier hier verder worden behandeld door het bijvoorbeeld in pakken te persen. De verschillende ruimten en diensten konden worden gehuurd en daarom was er oorspronkelijk een kleine woning van de toezichthoudende wierbaas (?) als een voorhuis aan de westgevel gebouwd. De hoge houtconstructies hebben door de veelheid van stijlen, zwingen en schoren een sterk repeterend karakter, dat iemand gemakkelijk doet duizelen. Van elk houten onderdeel is alles meer dan tienvoudig aanwezig, het aantal daksparren is niet te tellen. We staren naar het imposante en spannende staketsel van een hele grote wierkathedraal. Uniek in de wereld.

 

Uit asbest herrezen en herbestemd

Sinds 2014 zijn Edwin en Martien aan de slag om hun bevlogen plan voor een herbestemming als appartementen- en vergadercomplex, dat indertijd de door de provincie uitgeschreven prijsvraag voor herbestemming won, te doen slagen. Geen sinecure als je bedenkt dat het dak helemaal ‘onder de asbestplaten zat’ en de constructie bijna op instorten stond. Maar beiden zijn uit het goeie stolphout gesneden en volgen hoofd en hart, daarbij gesteund met lovenswaardig opgestelde tekeningen van AG architecten uit Haarlem. Een nieuwe indeling met negen appartementen met eigen toilet op de begane grond en vergaderruimten boven, een gemeenschapsruimte, een keuken, een speelkamer maakt deze herbestemming op voorhand tot een succes. Lichttoetreding is op inventieve wijze opgelost, door het gebruikmaken van lichtstraten in de vorm van dakspiegels in de dakvlakken van de korte gevels. Maar eerst moest de asbest verwijderd en afgevoerd, de houtconstructie zwaar hersteld, een nieuwe strokenfundering (onder alle muren en onder de twee lange rijen vierkantstijlen) gelegd, alle dakvlakken vernieuwd en geïsoleerd, het verdwenen voorhuis herbouwd, alle rotte onderkanten van de vierkantstijlen vervangen en voorzien van hoge betonpoeren. De wierschuur draait straks energieneutraal met een warmtepompboilerinstallaties en (zwarte) zonnepanelen op het met zwarte pannen gedekte dak van de voormalige losse grupstal. Edwin praat en wijst onverminderd enthousiast voort en zegt dat een dergelijk inspanning niet gerealiseerd kan worden zonder subsidie, niet zonder eigen vermogen en niet zonder 200% inzet. Het streven is om april 2017 klaar te zijn. Dan is een ware parel als stolpjuweel herrezen uit de asbestbult die de wierschuur nog drie jaar geleden was. Details zijn genoeg bewaard gebleven, aan inventieve oplossingen zoals zes zwarte schuifdeuren die drie grote glaspartijen kunnen maskeren, is geen gebrek. Met moeite maken we ons los van de wierschuur en z’n hartelijke en gedreven eigenaren, met een uitnodiging om beslist nog eens terug te komen op zak. Hier hoort u meer van!

WM

Binnenkijker 87, 2016